T-liggers en railbalkliggers
Druklaag
Voorgespannen T-liggers worden naast elkaar gelegd en in het werk van een druklaag voorzien. Hierdoor ontstaat een dekconstructie. In het algemeen worden T-liggers toegepast voor bruggen met een lagere verkeersklasse en waar de beschikbare constructiehoogte groot is. Ook worden ze gebruikt als randliggers bij een T-liggerdek. T-liggerdekken zijn niet geschikt voor statisch onbepaalde uitvoering. Ter plaatse van de oplegging worden de liggers vaak gekoppeld door een in het werk gestorte dwarsdrager. In de montagefase en tijdens het storten van de druklaag dient de stabiliteit van de liggers gewaarborgd te worden. Omdat de liggers op de relatief smalle onderzijde worden gesteld zijn ze gevoelig voor kantelen.
T-liggers zijn niet erg geschikt voor het opnemen van aanrijdbelastingen. Omdat de onderflenzen van T-ligger bruggen niet onderling zijn gekoppeld moet de aanrijdbelasting door één liggerlijf naar de bovenflens worden overgedragen. Dit is voor deze grote belasting vrijwel onmogelijk of gaat gepaard met zeer zware beugelwapening in het lijf van de liggers. De toepassing is dus geschikt voor plaatsen waar geen gevaar voor aanrijding aanwezig is.
T-liggers
Omgekeerde T
Railbalkliggers zijn eveneens voorgespannen liggers en hebben de vorm van een omgekeerde T. De liggers worden op dezelfde wijze als T-liggers naast elkaar gelegd en verbonden tot een rooster en van een druklaag voorzien. In de liggers zijn ter plaatse van de balkeinden sparingen aanwezig om de dwarsdragerwapening door te voeren. Bij grotere overspanningen kunnen zo nodig ook tussendwarsdragers worden toegepast. Een verschil met de T-liggers is dat een bekisting tussen de liggerlijven moet worden aangebracht. Bij een gesloten onderzijde van het dek wordt meestal een verloren houten bekisting gebruikt. Bij liggerafstanden groter dan de onderbreedte van de liggers wordt een betonnen bekistingsplaatvloer toegepast waarvan de wapening ook in het definitieve stadium wordt benut.
Railbalkliggers ecoduct Oss
Geringe materiaalgebruik
Het profiel van de doorsnede is economisch aantrekkelijk vanwege zijn geringe materiaalverbruik. Daarmee is dit type ligger een economische oplossing voor brugdekken met overspanningen tussen de circa 16 en 45 meter met voldoende constructiehoogte. De beschikbare constructiehoogte wordt door de opdrachtgever vastgesteld. In veel gevallen moet een brug of nog vaker een viaduct van verhoogde opritten worden voorzien om een vrije kruising te kunnen maken. De hoogte van de opritten wordt zo veel mogelijk beperkt teneinde een economisch optimaal ontwerp te verkrijgen. Dit kan leiden tot het verlaten van de meest economische keuze voor de dekconstructie waarbij wordt gekozen voor kokerliggers met hun lagere constructiehoogte.
Aanrijdbelastingen
De railbalkligger kan eenvoudig geschikt worden gemaakt voor het opnemen van aanrijdbelastingen. De voegen tussen de onderflenzen van de liggers worden gevuld met mortel zodat een volledige schijf over het gehele oppervlak van de brug wordt gevormd. Deze schijf kan de aanrijdbelasting die in het midden van de liggers aangrijpt over alle oplegblokken verdelen. Ter plaatse van de opleggingen worden de railbalkliggers voorzien van dwarsdragers. Door de dwarsdragers wordt een wapening aangebracht die als een ophangwapening kan dienen voor het verdelen van de horizontale aanrijdkracht over de oplegblokken. Doordat de bouw van het brugdek in twee fasen plaatsheeft, dient men dit in de berekening te betrekken. Leeftijds- en betonsterkteklasseverschillen tussen de liggers en het later gestorte dek leiden tevens tot inwendige spanningen ten gevolge van krimp en kruip.
Railbalkliggers ecoduct Oss