Minimale zettingen
De geprefabriceerde heipaal is een grondverdringende paal. Dat wil zeggen dat om de paal de grond in de grond te heien, de grond moet worden verdrongen. Waar eerst grond zat, komt door het heien de paal. Dat betekent dat de paal de grond opzij moet verdringen (vandaar de typering ‘grondverdringend’). Dit zorgt voor opspanning en verdichting van de grond direct om de paal. Het gevolg is dat de grond hoge draagvermogens kan realiseren bij minimale zettingen.
Bepalen van de draagkracht
De combinatie van grond en paal zorgt voor hoge draagvermogens. De hoogwaardige betonkwaliteit zorgt ervoor dat ook zeer hoge draagvermogens aan een geprefabriceerde betonnen paal kunnen worden ontleend.
Het draagvermogen kan worden gesplitst in een bijdrage van de paalpunt en een van de schacht van de paal. Voor de berekening van het paalpuntdraagvermogen uit de sondeergrafieken wordt de methode van Ir. Koppejan toegepast. Het draagvermogen van de paalpunt is een gewogen gemiddelde over een diepte van 0,7 tot 4 maal de diameter D onder de paalpunt en 8 maal D boven de paalpunt. Bij vierkante heipalen is D niet een echte diameter, maar de equivalente diameter. Afhankelijk van de vorm van de paalpunt moeten nog factoren worden toegepast. De kleeft wordt berekend als percentage van de sondeerwaarde. Doordat de betonnen heipalen grondverdringende palen zijn, is dit percentage aanzienlijk hoger dan voor niet grondverdringende palen. De bijdrage van de schacht aan het draagvermogen, de kleef, kan ook een negatieve invloed op dat draagvermogen hebben, de zogenaamde ‘negatieve kleef’. Hiervan is sprake wanneer grondlagen naast de paal zakken en aan de paal gaan ‘kleven’, gaan hangen. Hiervan kan sprake zijn wanneer klei- en veenlagen worden samengedrukt, bijvoorbeeld door een verhoging van de belasting op het maaiveld, of door verlaging van de grondwaterstand. De negatieve kleeft kan een aanzienlijk bijdrage leveren aan de totale belasting op de heipaal.
Postieve en negatieve kleef