Methode van Koppejan

In Nederland wordt de methode van Koppejan gebruikt voor de berekening van het draagvermogen van de heip sondering.

Funderingsontwerp

Sondeertechniek

Methode van Koppejan

In Nederland wordt de methode van Koppejan gebruikt voor de berekening van het draagvermogen van de heip sondering.

Methode van Koppejan

In Nederland wordt de methode van Koppejan gebruikt voor de berekening van het draagvermogen van de heipalen. Deze methode, die is genoemd naar ingenieur A.W. Koppejan, gaat uit van de theorie dat grond rond de paalpunt bezwijkt volgens glijdvlakken. Deze glijdvlakken hebben de vorm van een logaritmische spiraal. Hoe deze glijdvlakken lopen, is afhankelijk van de hoek van inwendige wrijving van de grond. Het maximale puntdraagvermogen wordt berekend aan de hand van de conusweerstanden die gemeten worden door middel van een sondering. Hierbij wordt een gestandaardiseerde conus met een constante snelheid (20 mm/sec) via een stangenstelsel in de grond gedrukt. De conus meet weerstand aan de punt en langs de schacht van de conus. De weerstand die de conus onderweg ondervindt, is een maat voor het draagvermogen.

Diagram

De weerstand die de conus op zijn weg ondervindt, laat zich vertalen in een diagram, het zogenaamde sondeerdiagram of sondeergrafiek.

Sondeergrafiek

Wrijvingsgetal

Bij elektrisch sonderen wordt vrijwel altijd gebruik gemaakt van een sonde met kleefmantel. Een kleefmantel stelt de constructeur in staat ook de wrijvingsweerstand te meten. Door de wrijvingsweerstand te delen door de conusweerstand ontstaat het wrijvingsgetal. Uit het wrijvingsgetal kan met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de grondsoort worden afgeleid. 


Relatie tussen conusweerstand, wrijvingsgetal en grondsoort