Onduidelijkheden

Doordat ontwerp en uitvoering in veel gevallen gesplitst is, leidt dit bij constructeurs soms tot onduidelijkheden over verantwoordelijkheden en tot een gebrek aan voldoende ‘constructieve coördinatie’. Het kan de oorzaak zijn van hoge faalkosten. In het uiterste geval heeft dit ernstige constructieve problemen tot gevolg. Dit probleem is in Nederland bouwbreed onderkend en de leveranciers van geprefabriceerd beton hebben maatregelen getroffen door de engineering te certificeren. 

De palenstaat

Categorie 73 (3)

Onduidelijkheden

Doordat ontwerp en uitvoering in veel gevallen gesplitst is, leidt dit bij constructeurs soms tot onduidelijkheden over verantwoordelijkheden en tot een gebrek aan voldoende ‘constructieve coördinatie’. Het kan de oorzaak zijn van hoge faalkosten. In het uiterste geval heeft dit ernstige constructieve problemen tot gevolg. Dit probleem is in Nederland bouwbreed onderkend en de leveranciers van geprefabriceerd beton hebben maatregelen getroffen door de engineering te certificeren. 

Certificaathouder

De certificaathouder (de prefab-betonproducent) moet bij het begin van elk project afspraken maken met de klant/opdrachtgever over de verdeling van de taken en verantwoordelijkheden inzake het opstellen van de tekeningen en berekeningen die ten grondslag liggen aan de gecertificeerde elementen van vooraf vervaardigd constructief beton. 
De certificaathouder kan de opdracht krijgen van verschillende partijen in het bouwproces, onder wie de opdrachtgever van het bouwproject of de hoofdaannemer. Deze twee partijen kunnen in sommige situaties één en dezelfde zijn. Bij het bepalen van de verantwoordelijkheden moet ieder de eigen verantwoordelijkheden op zich nemen. Zo moet de certificaathouder de tekeningen en berekeningen maken waartoe hij volgens de categorie-indeling verplicht is. Maar om dit te kunnen doen, moet hij wel de benodigde informatie krijgen van zijn klant. De klant heeft hierin een coördinerende taak. Hij moet:
- verifiëren of de certificaathouder zijn taken uitvoert;
- de taken uitvoeren dan wel de input voor de certificaathouder leveren waarvoor hij zelf verantwoordelijk is;
- verifiëren of de input van derden aan de certificaathouder op tijd wordt aangeleverd.

Hoofdconstructeur

Voorts moet de opdrachtgever ervoor zorgen dat er een hoofdconstructeur is die hetzij de hierna genoemde basistaken uitvoert hetzij zodanig toeziet op het uitvoeren van deze basistaken dat hij verantwoordelijk geacht kan worden voor de totale samenhang van alle constructieonderdelen. Daarnaast moet de opdrachtgever ervoor zorgen dat de overige taken expliciet worden ondergebracht bij geschikte partijen, via een directe uitbesteding of een projectspecifieke toewijzing via de aannemer.
Om deze afspraken te vergemakkelijken zijn de taken en verantwoordelijkheden van de certificaathouder opgedeeld in de volgende categorieën:

Categorie 1

Certificaathouder fabriceert volgens opgave van de klant óf levert voorraad- of catalogusproducten.

Categorie 2

Certificaathouder maakt vorm- en wapeningstekeningen op basis van de toegeleverde opgave van de wapening.

Categorie 3

Certificaathouder maakt berekeningen en tekeningen van één of meer individuele elementen.

Categorie 4

Certificaathouder maakt berekeningen en tekeningen van een deelconstructie. In verband met het afwijkende karakter van de diverse deelconstructies is deze categorie als volgt onderverdeeld:


4a Vloeren, waarbij de certificaathouder uitsluitend berekeningen maakt t.a.v. de loodrecht op de vloer(en) werkende krachten;
4b Overige deelconstructies, waar de certificaathouder berekeningen maakt voor alle op deze deelconstructies werkende krachten;

Categorie 5

Certificaathouder maakt berekeningen en tekeningen van een samenstel van (twee of meer) deelconstructies.

Categorie 6

Certificaathouder maakt berekeningen en tekeningen van een volledig prefab casco. 

Categorie 7 

Vervallen per 1 december 2012.

Verdeling van taken

Per categorie is er een verdeling van taken gemaakt, met per taak een aantal van toepassing zijnde eisen. Het is zaak dat de opdrachtgever op de hoogte is van de categorie waarbinnen de certificaathouder zich begeeft en wat per categorie de taken en verantwoordelijkheden zijn van opdrachtgever en certificaathouder. In dit proces zijn (in het kort) de volgende taken omschreven:


1.    leveringsschema tekeningen en berekeningen, op te stellen door de certificaathouder;
2.    opgave uitgangspunten door de hoofdconstructeur;
3.    opgave belastingen door de hoofdconstructeur;
4.    hoofdberekeningen door de hoofdconstructeur;
5.    detailberekeningen externe samenhang door de hoofdconstructeur;
6.    detailberekeningen interne samenhang;
7.    detailberekeningen individuele elementen;
8.    globale overzichtstekeningen;
9.    overzichtstekeningen elementen;
10.  detailtekeningen vorm elementen;
11.  detailtekeningen wapening elementen;
12.  overzichtstekeningen voorzieningen in het werk;
13.  detailtekeningen vorm in het werk gestorte delen;
14.  detailtekeningen wapening in het werk gestorte delen;
15.  controle door de hoofdconstructeur;
16.   indienen door de hoofdconstructeur;
17.  opgave criteria over uiterlijke afwerking;
18.  tekeningen waaruit maatvoering van de elementen kan worden afgeleid;
19.  overzicht en maatvoering van in te storten voorzieningen voor andersoortige constructies en constructies van andere

       materialen (uitwerking/opgave van een andere deelconstructeur);
20.  overzicht en maatvoering van in te storten voorzieningen voor bouwkundige constructies en installaties;
21.  controle tekeningen op maatvoering en aanduidingen over het uiterlijk;
22.  controle tekeningen op detailleringeisen volgens NEN 6722, hoofdstuk 5 en 9 van NEN 6720 en eventuele productnormen.


Eventuele afwijkingen worden expliciet op de tekening vermeld. 

Uitgebreide eisen

De uitgebreide eisen zijn te vinden in bijlage 8 van Criteria 73/05 d.d. 1 januari 2004. 
Naast de al genoemde eisen gelden de volgende algemene eisen:
•    overzichtstekeningen ten minste schaal 1:100, merken moeten duidelijk leesbaar zijn;
•    detailtekeningen ten minste schaal 1:50 met details schaal 1:20 of groter;
•    op wapeningstekeningen moeten ten minste zijn aangegeven de soort en de leveringstoestand van het betonstaal, de    

      betondekking, de sterkteklasse en de milieuklasse van het beton;
•    tekeningen moeten voldoen aan eventuele specifieke tekentechnische eisen van de certificaathouder die zijn

     overeengekomen;
•    berekeningen moeten zodanig zijn uitgewerkt dat zij door derden kunnen worden geïnterpreteerd en gecontroleerd.

Afstemmen

Het is dus te allen tijde zaak dat de opdrachtgever (aannemer) van de prefab-leverancier en de leverancier zelf duidelijk met elkaar afstemmen welke werkzaamheden binnen de opdracht van de leverancier zullen vallen. Afhankelijk van de categorie waarbinnen de leverancier is ingedeeld, moet de aannemer een aanvullende opdracht aan een constructeur verlenen om de prefab onderdelen te engineeren.
Het opstellen van goede contracten met alle partijen die prefab onderdelen leveren is een noodzaak, waarbij het de taak van de aannemer is om te bezien of er onderdelen zijn in de engineering die contractueel niet zijn vastgelegd.

Hoofddraagconstructie

Dit geldt zeer zeker voor projecten waarvan de hoofddraagconstructie is ontworpen als een in het werk gestorte constructie en waarbij het ontwerp omwille van bouwtijd, prijs of andere redenen, wordt omgevormd tot een prefab betonconstructie. De deelconstructeur zal in dit geval in opdracht van de aannemer of de prefab-leverancier, de hoofddraagconstructie opnieuw ontwerpen naar een prefab constructie. Bij dit proces zal de contractvorming zeer zorgvuldig moeten gebeuren. Het omzetten wordt meestal geïnitieerd door de aannemer. Het ontwerp van de hoofdconstructeur zal allereerst getoetst moeten worden op een uitvoering in prefab beton. Voorts moet de hoofdconstructeur het aangepaste ontwerp toetsen aan zijn uitgangspunten en wellicht nog aanpassingen verrichten in de onderbouw. Dit betekent dat het gehele voorbereidingstraject wellicht in zijn geheel aangepast dient te worden.


De verantwoordelijkheden voor het ontwerp moeten duidelijk worden afgesproken en vastgelegd. Omdat de deelconstructeur zich veelal beperkt tot de hoofddraagconstructie, exclusief de fundering, is het overnemen van de ontwerpverantwoordelijkheid van de hoofdconstructeur door de deelconstructeur niet mogelijk en ongewenst. De gewijzigde constructie zal dus in overleg moeten worden bepaald en ter goedkeuring worden aangeboden aan de hoofdconstructeur. 


Het idee dat elke in het werk gestorte constructie zonder meer omgewerkt kan worden tot een prefab constructie is een verkeerd uitgangspunt. Een prefab constructie wordt opgebouwd uit losse onderdelen, waarbij de krachtswerking duidelijk anders is dan bij een in situ gebouw. Het kan zelfs leiden tot het aanpassen van de fundering. Het is daarom ook zaak het omzetten te doen, voordat met de onderbouw gestart wordt.