Bepalen draagkracht van de paalfundering
Manier van aanbrengen
Opbouw van het draagvermogen
Voor de draagkracht van de paal levert met name in het westen van het land de paalpunt, dat is de onderste volle doorsnede van de paalvoet, het grootste aandeel. Niettemin kan ook de schachtwrijving aanzienlijk bijdragen aan het draagvermogen. De opbouw van de grond speelt daarbij een belangrijke rol. In zandige lagen kan een kleine verplaatsing van de paal (enkele millimeters) al leiden tot een maximale schachtwrijving.
Positieve kleef
Resulteert de schachtwrijving in opwaarts gerichte krachten, dan wordt gesproken van een positieve kleef. Die opwaarts gerichte krachten kunnen (bijvoorbeeld in relatief dikke lagen van fijn zand) zo groot zijn dat het puntdraagvermogen van de paal geen rol meer speelt. In dergelijke gevallen spreekt men van ‘op de kleef’ geheide palen in tegenstelling tot wat
gangbaarder is: de ‘op stuit’ geheide paal. In het algemeen bepalen de puntweerstand en de positieve kleef tezamen het totale nuttige paaldraagvermogen.
Bij sommige bodemsamenstellingen kan de schachtwrijving ook resulteren in neerwaarts gerichte krachten ten ongunste van het nuttige draagvermogen. Men spreekt dan over ‘negatieve kleef’. De positieve kleef over het resterende deel van de schacht kan dan de negatieve kleef geheel of gedeeltelijk compenseren.
Het eerste plaatje (links) laat de op de stuit geheide paal zien.
Het plaatje ernaast toont het draagvermogen gebaseerd op paaldraagvermogen en positieve kleef.
De illustratie linksonder toont de op de kleef geheide paal.
De illustratie rechts laat de krachtenwerking zien bij zowel positieve als negatieve kleef.
Paalzakking bij belasting op druk
Bij op druk belaste palen zal zakking optreden. Daarbij kan het gaan om de zakking van een enkele paal dan wel van een paalgroep waarbij dan nog zakkingsverschillen tussen palen onderling kunnen optreden. Oorzaken van zakking kunnen zijn: samendrukking van slappe lagen onder het paalniveau en verkorting van de paal door de belasting. Verticale verplaatsingen worden als regel vastgesteld met behulp van voor de betreffende paal of palen geldende last-zakkingsdiagrammen. Deze krommen zijn vastgesteld aan de hand van eerder uitgevoerde proefbelastingen.
Proefbelastingen
Evenwichtsdraagvermogen
Met behulp van de benadering zoals in de jaren veertig door ir. Koppejan ontwikkeld, wordt het evenwichtsdraagvermogen van de paalpunt vastgesteld. De gedachte hierachter is dat zich bij bezwijken een logaritmische spiraal vanuit de paalpunt ontwikkelt. Volgens deze benadering wordt het gewogen gemiddelde vastgesteld over een diepte van 0,7 D - 4 D onder de paalpunt en 8 D boven de paalpunt, waarbij D de (equivalente) diameter van de paalpunt is. Daarnaast spelen nog een rol de vorm van de paalpunt en bij een paal met een verzwaarde voet eventueel de verhouding tussen de diameter van de voet en die van de paalschacht. Voor de geheide, gladde, vierkante prefab betonpalen geldt dat de paalklassefactor, de paalvoetvormfactor en de vorm van de dwarsdoorsnede van de paalvoet alle de waarde 1 hebben. Als de paal niet heiend ingebracht wordt, kan een afwijkende manier van inbrengen van invloed zijn op het puntdraagvermogen. Hieronder een illustratie van de methode Koppejan.
De positieve kleef
De negatieve kleef
Uit terreinmetingen is gebleken dat de negatieve kleef een aanzienlijke bijdrage kan leveren aan de totale belasting op de paal.
Zwelling en opheien
Paalkopverplaatsing
De verplaatsing van de paalkop onder invloed van een belasting bestaat uit drie componenten:
- de samendrukking van de onder de paalpunt gelegen lagen
- de zakking van de paalkop door de verdringing van de grondslag rondom de paalpunt
- de samendrukking van de paalschacht
De eerste component wordt benaderd met behulp van een zettingsberekening onder aanname van de relevante samendrukkingsconstanten.
Tweede component
De rijzing van palen, belast op trek
Groepswerking
Vorenstaande beschouwingen betroffen steeds de individuele paal. De meeste genoemde effecten worden beïnvloed als de palen niet alleen staan maar in een groep. De vraag rijst wat gedefinieerd moet worden als een groep. Dat hangt af van het beschouwde aspect.
Belasting
Horizontale belasting
Analyse van vervormingen
Bij analyse van de vervormingen blijkt namelijk dat bij een geringe schoorstand van de palen, bijvoorbeeld 10 : 1 of 20 : 1, toch een aanzienlijk deel van de horizontale belasting in buiging door de paal opgenomen wordt. Overigens worden ook regelmatig palen in een poer onder een geringe helling geplaatst om de afmetingen van de poer te beperken. Schoorhellingen tot 3 : 1 zijn wel mogelijk, maar vragen speciaal aangepaste hei-apparatuur. Voor trekpalen van kademuren zijn zelfs palen onder een helling van 1 : 1 weggeheid. De palen worden op een speciale manier gehesen en door de makelaar ondersteund.