Paalkoppen voorbereiden

De voorbereiding bij de montage van een fundering op palen, bestaat uit het voorbereiden van de paalkoppen. 

Uitvoering en werkwijze

Voorbereiden paalkoppen

Paalkoppen voorbereiden

De voorbereiding bij de montage van een fundering op palen, bestaat uit het voorbereiden van de paalkoppen. 

Maatvoering palen

Veelal wordt vanuit de ontgraven bouwput geheid om de paalkop op de juiste hoogte te kunnen afheien. Soms wordt vanaf maaiveld geheid, waarbij de palen worden doorgeslagen met een oplanger en men met een ingeschatte kalender op de gewenste hoogte afheit. Zodra men het heiwerk heeft uitgevoerd wordt de bouwput ontgraven, zeker circa 50 mm dieper dan de onderzijde van de balk. Het ontgraven dient voorzichtig te gebeuren om de palen niet te beschadigen.

Nauwkeurig op hoogte

De palen moeten nauwkeurig op hoogte zijn geheid, tot 50 mm van de onderkant fundering. Wanneer een paal te hoog staat dient het te worden gesneld, wanneer te diep weggeheid te worden opgehoogd. De paal kan na het heien zowel in de X-, Y- en Z-richting een plaatsingsafwijking vertonen. Binnen grenzen van 50 mm, zowel in de hoogte als in het horizontale vlak, kan men deze plaatsafwijkingen zonder nadere maatregelen opvangen.

Inlijmen stek in de paalkoppen

De verbinding tussen heipaal en funderingsbalken bestaat uit een stek-gat verbinding. De prefab balken zijn voorzien van verticale sparingen ter plaatse van de paal. In de kop van de heipaal wordt een wapeningstaaf Ø 12 mm verlijmd. Hiervoor wordt een gat geboord in de paalkop, op het theoretisch middelpunt van de op het palenplan getekende paalpositie. In de ontgraven bouwput wordt opnieuw gemaatvoerd en de afwijkingen in drie richtingen gemeten. Daar waar de afwijkingen binnen het tolerantiegebied vallen, wordt in het geplande hart van de paal een stek ingeboord, die dan moet corresponderen met de sparing in de balk; gezien de aangehouden 50 mm maatafwijking dus altijd ergens in de paalkop. 


Gat boren

Voorbereiden paalkop

Rond de paal wordt een eenvoudige casing geplaatst, de paal wordt op hoogte afgestort met mortel. Na verharding wordt de balk gemonteerd en de stekverbinding aangegoten. Indien een grotere hoogte moet worden overwonnen, wordt rond de casing wat grond aangebracht en de paal eveneens opgestort, soms gelijk met het aangieten van de stekverbindingen. 


De palen worden op hoogte gestort middels voorgevormde bekisting en opstorten met krimpvrije mortel B45. Opstortingen hoger dan 300 mm moeten in overleg met de constructeur worden voorzien van wapening. Balken kunnen worden gemonteerd zodra de opstort een karakteristieke druksterkte van 45 N/mm² heeft bereikt. De balk kan lokaal excentrisch ondersteund zijn. Dat is voor een optimale krachtswerking van de bovenbouw, via de fundering naar de paalkoppen, zonder wringing in de fundering.


Paalstek

Montage van de balken

Alvorens de balken worden geplaatst, worden de palen voorzien van een 'vleilaag' van gietmortel. Na het leggen van de balken en controle op de maatvoering worden de gaten  van de verbindingen gevuld met krimpvrije mortel. De montagesnelheid is onwaarschijnlijk hoog. Meer dan 60 balken per dag voor een kleine montageploeg is heel gewoon. Dat is ook het aantrekkelijke van dit systeem, de snelheid en de relatieve eenvoud.


 Paalkoppen

Legplan

Als eerste worden de dragende balken geplaatst. Dit zijn balken met een tand aan de onderzijde, waarin later tanden van andere balken worden geplaatst. Doorgaans zijn de dragende balken de balken die op de funderingspalen worden geplaatst. Wanneer de dragende balken zijn geplaatst, kunnen de overige balken worden geplaatst. De volgorde is bepaald in het legplan. Wanneer twee prefab elementen worden verbonden, wordt de tandverbinding van een vilten oplegging voorzien. Dit vilt zorgt voor het opvangen van kleine verschillen in de oppervlakken van de twee aansluitende betondelen. Het vilt zorgt zo voor een optimale krachtsoverdracht. Na het leggen van de balken en controle op de maatvoering worden de montagegaten gevuld met krimpvrije mortel.