Relatief eenvoudig

Het sonderen is een relatief eenvoudige techniek die sinds vele jaren wordt toegepast. De Nederlandse bodem leent zich bij uitstek voor het toepassen van de sondering. Het is dan ook niet voor niets dat deze Nederlandse vinding ook steeds meer in het buitenland wordt toegepast. Men spreekt daar dan over de Dutch Cone Penetration Test, afgekort de CPT.
Bodemonderzoek

Sonderen

Relatief eenvoudig

Het sonderen is een relatief eenvoudige techniek die sinds vele jaren wordt toegepast. De Nederlandse bodem leent zich bij uitstek voor het toepassen van de sondering. Het is dan ook niet voor niets dat deze Nederlandse vinding ook steeds meer in het buitenland wordt toegepast. Men spreekt daar dan over de Dutch Cone Penetration Test, afgekort de CPT.

Wegdrukken conus

De basis van het sonderen is het wegdrukken van een conus. Door de weerstand die de conus in de grond ondervindt te registreren wordt informatie over de draagkracht van de diverse lagen verkregen. Er kan op deze wijze een indruk worden verkregen van de dichtheidsverschillen in zand en ook de homogeniteit of beter soms de inhomogeniteit van de grond.

Conus​​​​​​​

Uitvoering van het sonderen

Hoe gaat het sonderen in de praktijk? De benodigde systemen worden in een vrachtwagentruck aangevoerd. In de cabine achter op de wagen bevindt zich het sondeersysteem. Om er voor te zorgen dat sondeerconus verticaal de grond ingaat, wordt de sondeerwagen eerst gestempeld en exact horizontaal geplaatst. Vervolgens wordt met een hydraulische vijzel een conus de grond in geduwd. Door het opschroeven van buizen met een lengte van 1 tot 1.5 meter kan de conus weer een meter verder in de grond worden geduwd, waarna de buis weer met een stuk wordt verlengd. Op deze wijze zijn sonderingen tot een diepte van wel 60 meter mogelijk.


sondeerwagen​​​​​​​

Drie soorten sonderingen

Niet alle sonderingen zijn gelijk. In werkelijkheid blijkt er een groot verschil te zijn in de praktijk van het sonderen. Globaal onderscheiden we drie typen sonderingen:

Sondeergrafiek

Een sondeergrafiek is het resultaat van de sondering. Langs de verticale as is de diepte weergegeven. Langs de horizontale as staan de gemeten waarde voor de conusweerstand qc en de plaatselijke wrijving fs uitgezet in MPa. 1 MPa is gelijk aan 1 N/mm2 ( 1 Pa = 1 N/m2). Duidelijk zichtbaar is het maaiveld. Vanaf dit maaiveld is de sondering begonnen. Aan de linkerkant is de conusweerstand weergegeven met een getrokken lijn, de mantelwrijving met een gestippelde lijn. Aan de rechterkant van de grafiek is het wrijvingsgetal of kleefgetal weergegeven. Het wrijvingsgetal geeft aan de grootte van de plaatselijke kleef als percentage van de conuswaarde. Sondeergrafieken kunnen ook digitaal worden aangeleverd. Veelal zal dit in het GEF, het Geotechnisch Uitwisselings Formaat, plaatsvinden.


​​​​​​​

Wrijvingsgetal

Zoals eerder is aangegeven, is het wrijvingsgetal of kleefgetal een verhoudingsgetal tussen plaatselijke kleef en conuswaarde. Dit wrijvingsgetal Rf wordt berekend door de conusweerstand qc en de plaatselijke mantelwrijving fs op elkaar te delen:
 
fs
--- x 100%
qc

waarin
fs = de plaatselijke mantelwrijving in MPa
qc = de conusweerstand in MPa

Globale indicatie voor grondsoort

Dit wrijvingsgetal is een globale indicatie voor de grondsoort. Want er zijn vele gevallen bekend dat de relatie niet opgaat. Een wrijvingsgetal van 10 kan zowel duiden op een bodemlaag van veen als een van klei. Het wrijvingsgetal zal altijd voorzichtig en met verstand van zaken moeten worden toegepast.

Aantal sonderingen

Voor de berekening van het theoretisch draagvermogen geldt voor wat betreft de sonderingen de geotechnische norm NEN 6743. Deze biedt onder andere ook uitgangspunten voor de densiteit van sonderingen: het aantal sonderingen per oppervlakte-eenheid.

Projectie van sonderingen en bouwlocatie. De kleur geeft de benodigde paallengte zoals vastgesteld is met de sonderingen. Deze variëren van 12,0 tot 17,5. Bij een te klein aantal sonderingen was dit verloop in funderingsdiepte onvoldoende in kaart gebracht.