Kwaliteit en kwaliteitscontrole
De geprefabriceerde betonnen heipaal is het enige paalsysteem waarbij vooraf kan worden gecontroleerd wat er in de grond gaat. Waar andere paalsystemen afhankelijk zijn van de deskundigheid van de het installatiebedrijf, kan een geprefabriceerde visueel worden gecontroleerd. Dit voorkomt discussies over de schachtafmeting, de paallengte, de lengte van de wapening en betonkwaliteit.
Controle paalafmetingen
In de fabriek wordt het productieproces continu bewaakt en gemonitord. Dit leidt tot een hoogwaardige kwaliteit van de geprefabriceerde betonnen heipalen.
Zo worden conform de KIWA Beoordelingsrichtlijn ‘Betonnen Heipalen’ dagelijks een aantal palen gecontroleerd op onder meer:
- Dwarsafmetingen
- Lengte
- Haaksheid paalkop en paalvoet
- Spiraal- en beugelwapening in paalkop en paalvoet en, indien aanwezig, ertussen
- Betondekking
- Plaats van de hijs- en transportstrepen/-punten (tolerantie +/- 150 mm)
- De lengte van de uitstekende strengen. De strengen moeten glad afgeslepen c.q. afgebrand zijn met een tolerantie van +/- 3 mm
- De horizontale kromming moet visueel worden beoordeeld. Bij twijfel moet deze worden gemeten
Indien van toepassing moet eveneens worden gecontroleerd:
- Overgang van de schacht naar de verzwaarde voet
- Verschuiving van de verzwaarde voetas ten opzichte van de schachtas
- Verdraaiing van de verzwaarde voetas ten opzichte van de schachtas
- Gelijktijdige verschuiving en verdraaiing van de verzwaarde voetas ten opzichte van de schachtas
Lengte van de wapening
Bij palen die in het gebruiksstadium onder trek komen te staan, dient trekwapening deze trekspanningen op te nemen. Deze trekwapening moet over voldoende lengte van de paal doorlopen, wil de trekwapening effectief zijn. Bij paalsystemen die in het werk worden gefabriceerd is de lengte van de trekwapening die nog in het verse beton kan worden ingestoken beperkt. Dit in tegenstelling tot de voorgespannen heipaal welke de trekwapening over de gehele lengte van de paal heeft lopen. Gegarandeerd, gezien de wijze van produceren.
Controle betonkwaliteit
Om de betonkwaliteit te controleren, worden tijdens de stort van betonconstructies monsters genomen. Kleine kubusvormige mallen worden gevuld met het monstermateriaal, verdicht en onder geconditioneerde omstandigheden bewaard en uitgehard. Dit geeft per betonsoort een aantal betonkubussen, welke worden gebruikt om de betonkwaliteit vast te stellen. Na precies 4 weken, 28 dagen, worden de kubussen beproefd op betondruksterkte. In een geijkte betonpers worden de kubussen kapot gedrukt. De kracht waarbij de kubus kapot gaat is een maat voor de betonkwaliteit. Deze zogenaamde kubusdruksterkte is de basis voor de betonkwaliteit. Alleen wanneer de kubusdruksterkte voldoende hoog is, mag het beton van dit product de aanduiding C35 of C45 hebben.
Geconditioneerde omstandigheden
In betonfabrieken worden de betonproducten onder geconditioneerde omstandigheden, op een industriële wijze geproduceerd. Daarom zal de betonkwaliteit van de monsters, de kubussen, dicht liggen bij de betonkwaliteit van de heipaal. Dit in tegenstelling tot in de grond gevormde palen, waarbij de condities van het beton in de grond (verdichting, water-cementfactor, temperatuur, enzovoort) sterk afwijken van de geconditioneerde condities van de kubussen.
Externe controle
Bovenop de eigen controles van de fabrikant van de betonnen heipalen, vindt er ook controles door externe partijen plaats. In het kader van de beoordelingsrichtlijn voor Betonnen Heipalen, wordt er door deskundigen van het KIWA gecontroleerd of de fabrikant zich houdt aan de voorschriften uit de beoordelingsrichtlijn. Controles op de controles, maar ook eigen waarneming van de controleur die steekproeven neemt. Dit systeem van controles zorgt voor een gegarandeerde kwaliteit.